De wolf weerspiegelt bevreesde blikken. Zijn grimmige schijn-heiligheid werpt een schaduw over de stad. Wanneer de nacht valt, staat de held op. Gewapend met wonden betreedt hij het heiligdom van het beestenrijk.
Deze performance is een dansante vertelling van de legende over Franciscus van Assisi en de Wolf van Gubbio. Het verhaal gaat over de mythische ontmoeting tussen de twee hoofdrolspelers en over de transformatie van angst naar liefde. De performance speelt in op de eigenheid van mythologische vertellingen en het weefgetouw van archetypische beeldtaal en onderzoekt hoe innerlijke bewegingen kunnen worden vormgeven en gedeeld met een publiek.
Beweging en compositie treden in het originele verhaal op de voorgrond, al wordt hun aanwezigheid al te vaak over het hoofd gezien. Voordat Franciscus de Wolf aanspreekt, voordat het woord zijn intreden maakt, maakt de heilige een kruisteken en benadert hij de ‘andere’. De twee personages sluiten een woordeloos vredespact – oog in oog. De communicatie gebeurt virtueel, in een onzichtbaar medium dat van een bovennatuurlijke orde is. De compositie is voor ons de climax van het verhaal, (meer) woorden zijn niet nodig.
In deze performance onderzoeken we de werking van christelijke verhalen en spiritualiteit binnen een hedendaagse choreografische structuur. Kan de taal van de dans voldoen aan de vereisten van een narratieve cultuur? Welke vormelijke en inhoudelijke ingrepen moet dans ondergaan opdat hij een balans kan behouden tussen mimesis en abstractie, taal en mystieke ervaring?