Extatische gesprekken

In het kader van een artistieke residentie in KADOC (KU Leuven), verken ik samen met verschillende gasten het prikkelende concept “extase”. Wat betekent extase eigenlijk? Het concept migreert vlekkeloos van het ene vakkundig gesprek naar het andere en past zich – zoals een kameleon – aan aan zijn nieuwe habitat, zonder kleur te bekennen. Het doet ons in het donker tasten en nodigt ons uit op een avontuurlijk uitje doorheen Wonderland voorbij onze intellectuele kaders. Ik ga daarom te raden bij andere zoekers die op eigen wijze een tipje van de sluier oplichten.

Het lijkt me nefast, of zelfs tegenstrijdig, om extase in een afgebakende definitie te gieten. Extase, ek-stasis, houdt voor mij net een beweging in: een uitwaarts treden voorbij onszelf – een grenzenspel tussen in en uit waarvan niemand de regels begrijpt. Het raakt aan andere titanische grootheden zoals religie, dans, mystiek, kunst, en ritueel en bevraagt hen op hun bewegelijkheid.

Mijn gesprekspartners benaderen extase vanuit verschillende ooghoeken: sommigen als priester, als danser, als kunstenaar, anderen als toeschouwer, als critica, als weduwe. Het verbindt de toeschouwer met de bekekene en daagt hen uit om samen te voelen, om woorden te vinden die naast de roos schieten, zoals poëzie dat zo mooi doet. Onze wartaal walst soms over heilige huisjes. En toch blijven we proberen om taal te geven aan datgene wat vaak onzegbaar blijkt. Misschien kunnen we extase blootleggen – toch voor heel even.

Anne-mie van kerckhoven : kunstenares

Anne-Mie Van Kerckhoven is een Belgische kunstenaar die sinds de jaren 1970 actief is als beeldend kunstenaar, grafisch ontwerper en performer. Ze woont en werkt in Antwerpen. Haar praktijk is uitgesproken interdisciplinair en beweegt zich tussen beeldende kunst, technologie, filosofie en performance. AMVK wordt beschouwd als een pionier: een vrouwelijke, collaboratieve en bedachtzame voorloper in een door mannen gedomineerde, marktgerichte en visueel geobsedeerde kunstwereld. Ze staat bekend om haar complexe en gelaagde werk, waarin ze thema’s als seksualiteit, technologie, het onderbewuste en de rol van vrouwen in de maatschappij onderzoekt. Haar oeuvre omvat tekeningen, installaties, computerkunst, video en muziek. Ze was medeoprichter van de noiseband Club Moral, samen met Danny De Vos, en haar werk wordt internationaal tentoongesteld.

Kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven getuigt over haar zoeken naar en vinden van mystiek in haar leven en werk. In het bijzonder, de middeleeuwse mystica en verketterde vrouw Margareta Porete (1250-1310) inspireert haar om voorbij de grenzen te gaan van mannelijke filosofische systemen. Extase en mystiek ontkennen de scheidingslijn tussen lichaam en verstand.

Wat is extase voor een kunstenaar? Het overkomt ons op een onbewaakt moment en enkel het gevoel blijft overeind. Kunst kan dit mogelijk maken, voor de maker en de toeschouwer. Maar wat openbaart zich doorheen de extase, en op welke manieren? De natuur, de kunst, seks, ze kunnen leiden naar extase. Ervaar jij het op dezelfde wijze als ik? Anne-Mie ervaart extase als “controle zijn” en vergeet haar ego wanneer ze in haar atelier werkt.

Vrouwelijke sjamanen en kunstenaressen laten zich niet afschrikken door extase en seksualiteit. Vrouwenlichamen bieden een alternatieve visie op de mannelijke intellectuele geschiedenis. Men noemde haar “pervers”, wij noemen haar “mystiek”. Ze geeft zich bloot, niet voor de lusten van het mannelijk oog, verwrongen tussen voyeurisme en kapitalisme, maar voor de zucht naar het nieuwe. Kunstenaars, wetenschappers en religieuzen zijn outsiders ten opzichte van de tijd en zien de dingen die er nog niet zijn.

Rob Faesen : Jezuïet en mystiekkenner

Rob Faesen (Tilburg, 1958) is een Belgische jezuïet, priester en emeritus hoogleraar aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven. Hij is houder van de Jesuiticaleerstoel en lid van het Ruusbroecgenootschap aan de Universiteit Antwerpen. Daarnaast bekleedt hij de Franciscus-Xaverius-leerstoel aan de Universiteit van Tilburg.Zijn academisch werk richt zich op de mystieke literatuur van de Lage Landen, met bijzondere aandacht voor auteurs als Hadewijch en Jan van Ruusbroec. 

Mystiek is de ideale voedingsbodem voor extase, en toch wordt het ook in deze context soms verkeerd begrepen. Extase gaat niet om een uiterlijk vertoon, maar om een inwaarts keren. De “heart of the matter” is een liefdestaal die gesponnen wordt in het intiemste zijn van de menselijke persoon. Het is geen wonder dat dit soms als pathologisch wordt beschouwd, omdat relaties en zelfverlies vloeken met het moderne paradigma dat individualisme vooropstelt.

Toch kan het anders: het hedendaagse denken stelt zich open voor alternatieve vormen van relationele kennis. Met wat verbinden we ons? De mystiek biedt antwoorden. De liefde is geen abstract principe maar een concrete ervaring die van binnenuit de mens beweegt – ook in de christelijke mystiek.

Paulus schrijft over verrukking en extase – binnen of buiten het lichaam dat weet hij niet. Hij voegt het begrip toe aan het christelijke vocabularium en de mystiek worstelt eeuwenlang om de ervaring onder woorden te brengen. Functioneert de mens nog in extase? Wanneer is men in of uit zichzelf? De grenzen van de menselijke persoon kunnen vervagen maar voor de mystici heeft deze vorm van extase enkel waarde als het om een liefdeservaring met God gaat. Extase is nooit het eindpunt: na de goddelijke aanraking volgt de menselijke toewijding. Het contemplatieve leven en het actieve leven gaan hand in hand, extase verstoort het ritme van het dagelijkse leven niet. Toch treedt er een storing op wanneer het om de liturgie gaat. Ze is nog niet klaar voor de reïntegratie van de extatische ervaring. Dit verwacht immers dat het goddelijke doorvoelt wordt met het lichaam, aldus de christelijke mystici.

Lieve Dierckx: danskenner

Lieve Dierckx is een Belgische danscritica, vertaler en theaterwetenschapper. Sinds 2005 schrijft ze over dans en performance voor diverse tijdschriften, kunsthuizen en makers. Haar werk verschijnt regelmatig in Rekto:Verso, Etcetera, Pzazz en Documenta, en ze heeft ook bijdragen geleverd aan publicaties van Kunst/Werk en Sarma. Ze staat bekend om haar poëtische en reflectieve stijl, waarbij ze diep ingaat op de lichamelijke en ruimtelijke dimensies van dans. Ze analyseert dans niet alleen maar zoekt ook naar nieuwe taal om lichamelijke ervaringen en performatieve processen te beschrijven en put hiervoor ook uit spirituele bronnen. Ze volgde werkprocessen als extern oog bij gezelschappen als Peeping Tom, Daniel Linehan, Marc Vanrunxt en Youness Khoukhou, en gaf schrijfworkshops aan studenten van P.A.R.T.S.

Extase verbindt ons met de natuur, de mensen om ons heen en de aarde. Het buiten-zichzelf zijn betekent een terugkeren naar het zelf. De innerlijke leefwereld reflecteert de macrokosmos. Het taoïsme en de mystiek verzetten zich tegen regels en waken over deze extatische en lichamelijke principes. Na een groot verlies tijdens de Verlichting willen we terugkeren naar rituelen van kosmische verbinding, en in de podiumkunsten leeft dit verlangen enorm. Dans biedt een kans om een staat van gratie te bereiken waarin alles samenvalt, op basis van een discipline en lichamelijke toewijding.

Extase klinkt exotisch maar eigenlijk behoort het tot het alledaagse leven. Mystiek kijkt onder de oppervlakte. Extase is dan niet zweven maar duiken. Het is de voorwaarde van oprechte communicatie, echte transformatie. Als dans zich wil toeleggen op deze dynamiek dan wordt een inzet van zowel maker als toeschouwer verwacht. Dan kan de dans helen en harmonie herstellen – net zoals sjamanen dit doen.

Op zoek naar energie en vitaliteit kwam Lieve bij dans en podiumkunsten terecht. Zo leerde ze ook danseres Lu Marivoet kennen en herinnerde zich haar ervaringen van samenvallen met de natuur, met de levenskracht. De oceaan geeft Lieve een pure energie die een dagelijkse extatische ervaring schenkt. Vele dansers zoeken naar vitaliteit in hun praktijk. Dit moet je durven!

Lu Marivoet: danser

Lu Marivoet is een Belgische danseres, choreografe en lichaamsgericht therapeute. Ze volgde een opleiding hedendaagse danspedagogie aan het RIDC in Parijs en werkte van 1990 tot 2012 als docente in hedendaagse dans, contact- en groepsimprovisatie, zachte gymnastiek, dans voor senioren en dansexpressie. Ze was actief in artistieke tussenkomsten op scholen, coachingstrajecten naar voorstellingen en performances, en creëerde en danste in diverse dansprojecten. Sinds 2017 runt ze een zelfstandige praktijk in biodynamisch craniosacraal lichaamswerk. Ze doceerde ook binnen de opleiding Cranio Sacraal Auto Dynamisch (CSAD) en werkte voor O-KI, een centrum voor lichaamstherapieën. Sinds 2024 werkt ze als danser samen met Sander Vloebergs in rituele en liturgische dansprojecten. Haar werk combineert dans, lichaamsbewustzijn en therapeutische benaderingen zoals Somatic Experiencing, Focusing, Polyvagal Theory en BodyMindCentering.

Voor extase heb je een lichaam nodig, meer nog het lichaam is spiritueel en het weet beter dan het verstand hoe verbindingen te leggen. Het weet hoe het moet vasthouden en loslaten. Extase is zowel uiterlijk als innerlijk, ze volgen de twee basale bewegingen van het lichaam: expansie en terugkeer. Een plaats zoeken in deze pulserende beweging zorgt voor een gedragenheid en een presentie, zonder veel woorden. Dit zorgt voor een persoonlijke groei in bewustzijn, en de extase is geen doel op zich.

Extase vooronderstelt overgave en aanwezigheid. Toch betekent deze aanwezigheid geen controle in de enge zin. Wat heeft extase met trance en bezetenheid te maken? Ze hebben allen te maken met een plotse ervaring die zich aandient en enkel diep gevoeld kan worden. Extatische dans kan leiden tot bezetenheid maar evengoed ook leiden tot bewust verbindingen die getoond worden aan de toeschouwer. Dit is mogelijk als we ons gedragen voelen en toch beheersing aanhouden (om niet te ver te gaan).

Hoe verhoudt dans en beweging zich tot verstilling en verinnerlijking? Alles is in beweging, ook ons lichaam neemt deel aan een voortdurende uitwisseling met zijn omgeving – zelfs op cellulair niveau. Expansie en terugkeren behoren tot het basale ritme van het leven. Inwaarts luisteren is een spirituele oefening en tegelijk kan verstilling ook in beweging gevonden worden, al mag het hoofd ons dan niet vastzetten. Veiligheid en openheid zijn belangrijk als we dit in groep willen ervaren, in een dansvoorstelling. Elkaar (aan)voelen hoort erbij. Het is zoals een gebed.

Arjun serneels

Arjun Serneels is een Belgische hindoepriester, healer en spiritueel leraar. Op jonge leeftijd vertrok hij naar India, waar hij 25 jaar lang leefde en studeerde. Op twintigjarige leeftijd werd hij opgenomen door een brahmaanse familie in Viśakhapatnam (Andhra Pradesh), die hem opleidde in het dharmisch leven, inclusief vedisch denken, astrologie (jyotish), ayurveda, vedische recitatie en rituelen. Later kwam hij in contact met Swami Sampūrṇānanda in Śrisailam, bij wie hij verschillende tantrische sādhana’s beoefende. Zijn spirituele pad leidde hem vervolgens naar Vārāṇasi, waar hij Sanskriet studeerde bij paṇḍit Vāgīśa Śastri. Zijn uiteindelijke inwijding ontving hij van Kedarrāj Rājopādhyāya, zijn dīkṣa-guru, in de oude Kaula-tantralijn in Bhaktapur, Nepal. Sindsdien is hij actief als hindoepriester en geeft hij pūjā’s, workshops en mantra-inwijdingen in Europa, Californië en India. Hij woont momenteel in België, waar hij een yajñaśālā (rituele ruimte) met een gewijde vuurplaats heeft ingericht. In 2021 kreeg hij van zijn guru de toestemming om zelf mantra-inwijdingen te geven en leerlingen te begeleiden in tantrische mantrapraktijken.

Extase heeft te maken met gelukzaligheid, als we het in een metafysisch kader plaatsen. Ons ware zelf is extatisch omdat God zichzelf spiegelt doorheen ons. Dit kan enkel waargenomen worden als we loskomen van onze menselijke beperkingen. Extase is een reis terug en is de essentie van alle dingen. In de eerste tantratradities werd dit besef opgezocht in transgressieve ervaringen die bezetenheid niet schuwden. Deze oudere lagen tonen zich nog steeds in extatische dans of rituele bezetenheid. Dit heeft geleid tot een besef dat we eigenlijk altijd bezeten zijn door het goddelijke en dat we geen eigen ik bezitten.

Hoe ervaren priesters deze extase? Gelukzaligheid is een spirituele toestand en dat hoeft niet gepaard te gaan met rituele praktijk. Rituele dansers in Nepal en Kerala zijn wel extatisch en zoeken bezetenheid op. Ze worden orakels en voeren een choreografie uit die minder complex is als de rituele handeling van de brahmaan. Extase kan samengaan met de uitvoering van complexe handelingen, merkt Arjun op -enkel als je beseft dat alle activiteit goddelijke kracht is. Kan het ook doorgegeven worden aan de toeschouwer? Doorheen de eeuwen hebben rituelen de historische extatische wortels geabsorbeerd. De rituele vorm werkt door, zeker als dit samengaat met bezetenheid, voorbij het theater en het spektakel.

Alle kennis is te herleiden tot het lichaam. Perceptie is een cruciale stap op de weg naar gelukzaligheid, opgesplitst in 5 stadia. Het lichaam plaatst ons in een spanning tussen eenheid en veelheid. Het openen en sluiten van de ogen van God. Het is een dynamisch bewustzijn, anders verklaart het ons leven niet.

Marc Vanrunxt: danser-choreograaf

Marc Vanrunxt is een Belgische danser en choreograaf die sinds de jaren 1980 actief is in het Vlaamse danslandschap. Hij studeerde van 1976 tot 1981 aan de dansschool van An Slootmaekers en begon in 1980 met het creëren van eigen werk. Zijn choreografieën worden gekenmerkt door een onderzoekende houding ten opzichte van dans als medium en choreografie als taal, waarbij hij begrippen als tijd, ruimte, energie en aanwezigheid herdefinieert. Vanrunxt werkte samen met diverse choreografen zoals Jan Fabre, Thierry Smits en Truus Bronkhorst, en met kunstenaars uit andere disciplines, waaronder Anne-Mie Van Kerckhoven, Serge Verstockt en Koenraad Dedobbeleer. Zijn werk balanceert tussen het mystieke en het materiële, en vertrekt vaak vanuit tegenstellingen zoals zichtbaar/onzichtbaar en tastbaar/ongrijpbaar. In 2001 richtte hij samen met Patrick Sterckx en Alexander Baervoets de vzw Kunst/Werk op, een organisatie die zich toelegt op het ondersteunen van meerdere choreografen. Hij is gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Zijn oeuvre omvat meer dan dertig choreografieën, waaronder Ballet in Wit, For Edward Krasinski, Real, So Real en lostmovements. In 2025 ontving hij de Carrièreprijs op Het Theaterfestival.

Marc vertelt over de start van zijn danscarrière en zijn ervaring als leerling van Ann

Marc vertelt over zijn ervaringen als danser in het gezelschap van An Slootmaekers (1934-2024) en zijn lessen bij Lea Daan (1906-1995). Ruimte- en bewegingsleer (zie Rudolf van Laban) stonden centraal in de moderne dans van Vlaanderen. Toch was het nog niet mogelijk om deze kenconcepten te benoemen op dit moment. Het is maar in de praktijk waar men leert waar het in dans om draait. Lieve Dierckx vult ook aan met verwijzingen naar Jeanne Brabants (1920-2014) en het Vlaamse ballet.

Marc analyseert het concept ruimte in de danskunst. Hij tracht ruimte zichtbaar te maken om een ervaring op te wekken bij het publiek. De danser werkt aan de presence, de intentie, de uitdrukking en de vorm – alles komt samen en maakt een uitwisseling tussen binnen en buiten mogelijk. We spreken over Jan Fabre en Danny De Vos die sterke beelden en vormen creëren. Marc werkt in eerste instantie met de bewegingskwaliteiten van de lichamen van de dansers, de vorm ligt voordien niet vast. Ze zijn persoonlijk betrokken, maar de beleving van de dansers, hun extase, is minder belangrijk dan die van de toeschouwer. Verdwijnt de vorm niet als de danser in extase gaat?

De innerlijke leefwereld van de danser is belangrijk, als ook hun tweede huid, het danskostuum. Er moet een veilige atmosfeer gecreëerd worden die van de dansers overgedragen wordt op het publiek. Het innerlijk landschap wordt de ruimte ingestuurd en de danser neemt hiervoor de tijd – “real time, real action”. Dit leert dans ook van de performance art. Dit verwacht een vorm van zelfcontrole, een choreografische structuur – sluit dit extase dan per definite niet uit? Voor Marc is het belangrijk om te blijven communiceren als danser. Je kan communiceren dat je in extase bent, maar dan projecteert de performer niet meer naar het publiek. In de performance kunst gebeurt dit soms ook, zeker als het om een extreme pijnervaring gaat. In zijn eerste solo in de jaren ‘80 herkende Marc eenzelfde dynamiek – een soort uitdrijving: een uitputting die extase uitlokt. Ook vandaag keert extase terug op scène, na de ironie is er terug ruimte voor een (semi)religieuze ervaring, stelt Lieve Dierckx.

Kostuums en licht kunnen de ruimte transformeren, die dan weer een innerlijke verandering uitdrukken – veruitwendiging van het innerlijk landschap. Choreografie is een dramaturgie van de transformatie, en dit is niet vrijblijvend. Vaak zijn deze veranderingen eenvoudig maar zeer precies. Alles is vorm. Het publiek moet deelnemen aan dit proces.

Danny Devos: Performancekunstenaar

Danny Devos, ook bekend als DDV, is een Belgische performancekunstenaar en beeldhouwer wiens werk sinds 1979 draait rond bodyart, misdaad en het menselijk lichaam als expressiemiddel. Hij voerde meer dan 160 performances uit in meer dan 40 steden wereldwijd, vaak met zijn eigen lichaam als medium en met gebruik van extreme materialen zoals scheermessen, hangsloten en touw. Sinds 1987 correspondeerde hij met veroordeelde moordenaars zoals Freddy Horion, Michel Bellen en John Wayne Gacy. In 1981 richtte hij samen met Anne-Mie Van Kerckhoven het kunstcollectief en noiseband Club Moral op, een invloedrijke undergroundgroep in de Antwerpse kunstscene van de jaren 1980. Naast performances creëerde hij sculpturale installaties en werkte hij in China aan de Artfarm van Wim Delvoye. Zijn recente werk omvat het gebruik van AI-gegenereerde beelden die hij omzet in fysieke objecten via 3D-printing en CNC-technologie. Zijn oeuvre omvat solotentoonstellingen zoals In Memory of Ed Gein, True Crime Art, Picnic at Hanssenspark en La Révolte des Machines.

Voor Danny De Vos is performance beeldende kunst. Hij heeft een duidelijk beeld van hoe de performance eruit zal zien. Een performance doe je maar één keer, vaak ook omdat het om lichamelijk-uitdagende ervaringen gaat (zoals het doorslikken van een touw). Misschien is extase een vorm van hyper-focus, een extreme vorm van concentratie die we ook wel herkennen in het uitvoeren van dagdagelijkse klusjes. In zijn lichaamskunst maakt Danny abstractie van zijn lichaam, het wordt een instrument. Hij is zeer bewust terwijl hij bekeken wordt als een object – zijn persoonlijkheid verdwijnt. Hij wordt volledig onderdeel van het kunstwerk en verliest het publiek en de omgeving uit het oog. De eigen ervaring is niet van belang.

Danny beschrijft een performance met een scheermesje – een eindeloze seconde. Heel het lichaam moet stilstaan, het bevriest. Hoe lang dit duurt, is van geen tel. De performancekunst dient geen ander doel; het lichaam volgt. Het verschilt van sport en leunt eerder aan bij zenboeddhisme of het doet denken aan de praktijk van de fakir uit de islamitisch ascetische traditie.

Leave a comment